Plasma tv
Plasmaschermen zijn platte tv’s waarin geleidend plasma wordt gebruikt om gekleurd licht te produceren. Het gas in de plasmastaat reageert met het fosfor in de subpixels, wat levendige kleuren en een ultrascherp beeld oplevert. Omdat plasmaschermen hun eigen licht genereren, hebben ze een verbluffende contrastratio en een vloeiend, kraakhelder beeld. Dit is een van de redenen waarom sommige mensen sport en actiefilms liever op een plasmascherm kijken dan op een LCD-tv. Plasmaschermen staan ook bekend om de diepe, rijke zwarttinten en de ongelofelijke kleurnauwkeurigheid, waardoor ze ideaal zijn voor het bekijken van films, waarin vaak donkere scènes voorkomen.
Veel experts raden om verschillende redenen plasmaschermen aan voor thuisbioscopen. Ten eerste presteren plasmaschermen doorgaans beter in lichtgeregelde omgevingen, zoals bij een thuisbioscoop het geval is. Ten tweede hebben plasmaschermen een iets bredere kijkhoek dan LCD-tv’s, zodat u vanuit alle hoeken van de kamer een nauwkeurig en levendig beeld hebt.
Het voordeel van een plasmascherm t.o.v een lcd scherm is dus dat de kleuren veel levendiger zijn en het contrast hoger is. De grote nadelen van de in plasmaschermen gebruikte techniek is dat het niet geschikt is voor kleinere schermen. Het is dan ook aan te raden om minstens een 40inch plasma scherm aan te schaffen. Een ander nadeel van plasma tv’s is het energiegebruik, dit ligt hoger dan van een moderne lcd die voorzien is van Dynamic contrast of led-backlight.